Aanpak van gewelddadig gedrag jegens studenten met een minderheidsachtergrond

⌚︎ 3 min.

 

Case study

Aanpak van gewelddadig gedrag jegens studenten met een minderheidsachtergrond

Kind of education

Secundair onderwijs

Definition of the learner

Een jong meisje van Afrikaanse afkomst, 16 jaar oud.

Description of the group

Middelbare scholieren (leerlingen van 15-16 jaar), meisjes en jongens die het voortgezet onderwijs volgen. De klas bestaat voornamelijk uit de' meerderheids' etnische groep met enkele leerlingen uit minderheidsgroepen (met name vluchtelingen).

Definition of starting situation

Tijdens de les lichamelijke opvoeding, onmiddellijk na een basketbalwedstrijd en nog op de baan, vallen leden van één van de teams fysiek een meisje van de tegenstander aan nadat ze zeer goed presteert en haar prestaties leidt tot het winnen van haar team. Ze is een leerling van Afrikaanse afkomst. Het meisje wordt lichamelijk gekwetst en naar het ziekenhuis gebracht voor een controle waar ze wordt gediagnosticeerd als zijnde mild besproken en heeft enkele diepe krassen en kneuzingen. Naast de fysieke impact van de aanval heeft dit ook een grote psychologische impact als ze tekenen van angst en depressie begint te vertonen, haar eerdere hoge cijfers op school beginnen te dalen en ze wil stoppen met naar die school te gaan.

Description of the course

Programma middelbaar onderwijs

Description of teaching team

Klasdocent maar ook, waar beschikbaar, schoolraadslid, maatschappelijk werker, psychologen. Bij een van de acties moet ook het schoolbestuur worden betrokken.

Possible actions and impacts
Acties
Impacts

Er wordt een interdisciplinair comité van onderwijzend, ondersteunend en administratief personeel op meerdere niveaus opgericht om dit incident te onderzoeken met het oog op het uitstippelen van een preventiestrategie om herhaling te voorkomen en om de straf voor de daders vast te stellen, zodat (i) dit kan zorgen voor gerechtigheid voor het slachtoffer (ii) het ertoe kan bijdragen dat anderen ervan worden weerhouden zich op een dergelijke manier te gedragen. Er wordt een preventiestrategie ontwikkeld waarin alle leerlingen (slachtoffers, daders en omstanders) worden opgenomen, met focusgroepen, discussies en culturele en educatieve activiteiten.

De schoolomgeving in zijn geheel (zowel qua personeel als qua leerlingen) is geïntegreerd in de aanpak van het incident op een rechtvaardige manier, maar ook in de preventie van dergelijke gebeurtenissen. Dit zal bijdragen tot de duurzaamheid van het effect. Als bijvoorbeeld het incident door de leerkracht van de betreffende klas eenvoudigweg zou worden aangepakt, zou de impact beperkt zijn omdat het alleen met die situatie te maken zou krijgen en niet bijvoorbeeld met de onderliggende redenen en met de betrokkenheid van meer personeel via een georganiseerde strategie.

Nadat de straf is uitgevoerd, besteedt de leerkracht (algemene of lichamelijke opvoeding) een aantal discussiebijeenkomsten over de zaak. In de eerste plaats heeft ze een focusgroep waarin ze sleutelwoorden, thema's en vragen met betrekking tot het incident geeft. Dit vereist een gevoelige aanpak, want zowel het slachtoffer als de daders maken deel uit van de focusgroep, maar ook omstanders die zich misschien slecht voelen om niet in te grijpen. Het is echter een zeer nuttige oefening, aangezien personen een open en veilige ruimte zullen hebben om kwesties te bespreken die hebben bijgedragen tot de escalatie van de gebeurtenissen om te leiden tot het gewelddadige incident en hun emoties.  Na de focusgroep kan de leerkracht vervolgens in groepverband groepswerksessies houden om de thema's verder te bespreken en de studenten (zoals met de focusgroepen) te plaatsen in het epicentrum van het vinden van oplossingen voor thema's (zoals racistisch gedrag, stereotypen, misvattingen, etc.) en de algemene regel van geweldloosheid te omarmen.

Door samen te werken zullen studenten met elkaar kunnen communiceren en de kans krijgen om anderen beter te begrijpen en stereotypen die leiden tot marginalisatie en, in geval van escalatie, tot geweld te overwinnen. De direct betrokken en betrokken studenten (slachtoffers, daders en omstanders) zullen baat hebben bij een open discussie, omdat zij hun emoties, zorgen en zorgen vrijelijk kunnen uiten en daders kunnen faciliteren om mogelijke stereotypen, ideeën en gedragingen die tot het gewelddadige incident leiden te overwinnen.

De leerkracht van de klas stelt hen voor om samen een creatieve activiteit te organiseren die werkt aan het tegengaan van vooroordelen en stereotypen zoals het organiseren van een living library, het opzetten van een door de leerlingen ontworpen en gecoördineerde mini-show.

Creativiteit brengt de leerlingen samen om te werken aan thema's die tijdens de discussiefase zijn geïdentificeerd. De leerlingen kunnen deze thema's verder doorlezen en door te leren door te doen, stereotypen overwinnen en voor het slachtoffer de bevoegdheid krijgen om een actieve houding aan te nemen om haar rechten te beschermen. De toeschouwer zal ook worden begiftigd met de houding van solidariteit met de slachtoffers van dergelijke incidenten. Een dergelijke activiteit moet ook worden opgenomen om het leerproces verder te vergemakkelijken en de kernwaarden te verankeren die van belang zijn voor het niet herhalen van het incident.

Advice, remarks, conclusions

Voor de discussiefase is het noodzakelijk om een veilige en open omgeving te hebben, met name voor het slachtoffer dat waarschijnlijk getraumatiseerd is door het incident, maar ook voor de daders om hun emoties en ideeën vrijelijk te kunnen uiten en vervolgens te overwinnen.

De discussiefase moet vóór de creativiteitsfase plaatsvinden om een goede doorstroming mogelijk te maken (d. w. z. eerst de belangrijkste thema' s, ideeën en problemen bepalen, deze eerst door discussie ondervangen en vervolgens creatief samenwerken om ze verder aan te pakken).

Om de focusgroep te runnen kan de leerkracht de volgende vragen/keuzen gebruiken: waarom denk je dat dit gebeurt? Tegen het slachtoffer - hoe voelde je je dat? Voor de anderen - hoe zou jij je voelen als je in haar positie was? Wat moeten we doen om deze situatie te verhelpen? Wat voor soort ondersteuning kan ik (de leraar) je geven?

Voor de coöperatieve werksessies worden leerkrachten aangespoord om methoden te gebruiken zoals muurschrijven, rollenspelen, rolomkering om de communicatie over dit bijzonder moeilijke onderwerp te vergemakkelijken. Het is raadzaam om drie leerlingen aan te laten laten noteren wat er besproken wordt en samen met de leerkracht en de andere deelnemers aan het eind van het proces een mini-rapport te maken over de bevindingen in termen van redenen en oplossingen.

Keywords
Intercultural Education
Human Rights Education
Non-violence
Conflict
Bullying
Community mediation
Acceptance
Raising awareness